Hoofdstuk 11

Mijn gezicht ziet er vreemd uit vanmorgen. Alsof het van stopverf is gemaakt. Ik ben zwaar. Het cement is terug. Ik was het helemaal vergeten. Toch trek ik mijn pyjama uit en begin me aan te kleden. Het cement verlaat me niet. Mijn das is zo onwillig dat ik hem op de brits achterlaat. Een … Lees verder

Hoofdstuk 10

Na lang ploeteren en meten heb ik eindelijk een stropdas om. Van zijde in de tinten van een avondsprookje. Mijn overhemd is roze, een kleur die goed past bij het donkerblauw van mijn pak. Onder deze combinatie draag ik mijn mooiste slip. Fundamenten zijn cruciaal. Mijn charge mag niet tenondergaan in twijfel. De juiste riten … Lees verder

Hoofdstuk 9

person typing on red typewriter

Vanmorgen hing mijn pak gestoomd en wel aan het voeteneind. De schemerwaaier was vannacht absent. Geen optredens in de schelp, geen vierde regel. Laten we bij het begin beginnen: mijn geboorte. buiteling maakt plaats voor ongenoegende warmte draait nu zelf en schudt zich losverstoten is hij blind verrast op padgetunneld naar ontsloten armpjes vast het … Lees verder

Hoofdstuk 8

woman's face on black background

Lief roodhaartje. Vannacht heb ik je gezien. Je glanzende donkere ogen, de ogen van een veulentje en je huid, zo pasgeboren zacht. Niets is vergeten. De zuiverheid van je mond, de onwillige plukjes haar die iedere schaduw tekenden, ik kan er zo bij.Ik heb je gewogen, gewogen tot er niets meer overbleef. Wat aan mij … Lees verder

Hoofdstuk 7

Ik heb een voornemen. Ik zal met terugwerkende kracht aan een dagboek werken. Dagboek? Zo precies kan ik niet zijn. Een gebeurtenissenboek vanaf nu tot destijds, dat maakt een betere kans.Om te beginnen zal ik terugkomen op de luiken, de gaten en de verplettering.Het begon met kleine dingen. Ik liep op het trottoir, op weg … Lees verder

Hoofdstuk 6

Mijn blauwe pak is gisteren vies geworden tijdens de storm. Zwart-Wit heeft het meegenomen. Ik zit in mijn pyjama bij het raam en verzin het volgende: zuster morfine is de enigedie nog op deze gangen zingen wilwij hebben toegekeken hoe de maanvan zijn schedeldak werd ontdaan en zijn daarna gaan slapen in het nagloeienvan onze … Lees verder

Hoofdstuk 5

In mijn donkerblauwe Italiaanse pak met goudbruine pochet en bijpassende voering zit ik bij mijn raam, de pen in de hand. Het zijden overhemd ruikt bij de kraag nog heel flauw naar de aftershave die ik vroeger gebruikte. Zo is de geur te verdragen. Wat ik nu ga schrijven zal gepaard gaan met een korte … Lees verder

Hoofdstuk 4

Op het dienblad naast de pap staat een kannetje. Ik wijs ernaar. Hij gebaart dat ik eraan moet ruiken. Het is ananassap. Ik voeg een beetje toe aan de pap en proef. Het heeft wel iets. Nog een beetje meer anders blijft de smaak te zwak. De damp die opstijgt uit het theeglas beslaat een … Lees verder

Hoofdstuk 3

Vanmiddag heeft hij mijn notities meegenomen. Hij vroeg het vriendelijk en ik zag geen aanleiding zijn verzoek te weigeren. Ik vraag me natuurlijk af wat hij ermee aan moet. Misschien kopieert hij ze wel. Handig wanneer hij mijn boeken leent. Handig wanneer iemand, zijn vrouw bijvoorbeeld (als hij er een heeft), vraagt wat hij aan … Lees verder

Hoofdstuk 2

Sommige mensen weten veel op een kalme manier. Zwart-Wit is er één van. Hij heeft overzicht. Van de honderden gedachten die in mijn coupé rondzwermen maakt hij de juiste samenvatting. Ik zie het aan zijn gezicht. Sierlijk ontwijkt hij mijn drukte en zet er een glas melk voor in de plaats. Sommige mensen weten veel … Lees verder

Hoofdstuk 1

mijn liefde voor het landwordt door zijn bewonersnaar de kust gedrevende zee is vrij maar niet om te beminnen watvarensgezellen ookmogen beweren ikzal mijn genegenheid in valiezen latenverzegelen en dehaag van haat doorlopen de serpenten latentoebijten tijdens mijnabsentie en reizen IDeze coupé is voor mij alleen. Alleen zo kan er vrede zijn. Het is een … Lees verder

Gedicht 17

even een paar dagen zonder ziektekleine plannen heffen hun schuchterekelken naar de plotselinge zon alsbloemen in de saharaanse regen disciplines marcheren tussen derijen mogelijkheden en tikkenmet hun stok op de verkoren schoudersvan haalbare kaarten die fluisterend hun verontschuldiging neerleggen aande voeten van grote verwachtingenen toch nadert het bevrijdingsleger je hoort met oren van herinneringhoe de … Lees verder

Gedicht 16

white wooden chair on brown wooden dock during daytime

we waren de enige bezoekersvan een winterslapend strandpaviljoenbeschut door onze paraplu’s rusttenwe uit op het beregende terras waar na verloop van minuten opnieuwkunstige kleine achten rondom hetonuitgesprokene werden geschaatstte laat als het was voor de weerloze gebaren die ons ineenvlochten toenwe in het onvermoede land woondenin het spaarzame licht dat zich aan de wolken onttrok … Lees verder

Gedicht 15

concrete stair towards beach

een lange houten trap voerde naar hetstrand de zee toonde zich onaangedaanen ook jouw pas volgde het gewonestramien dus kon ik uit elkaar hangen of desgewenst mijzelf aaneenrijgenterwijl jij een van je monologenaan de kokmeeuwen voerde en mijn handvasthield zodat ik niet zou wegwaaien ze wist niet wie ik voor ogen had toenik haar gezicht … Lees verder

Gedicht 14

green grass field under white clouds

een stapvoetse regen begeleiddeonze wandeling door de bloeiendeduinen je beschreef de inrichting vanhet nieuwe huis in de stad ver van hier en ik probeerde me een voorstellingte maken maar je stem tekende slechtsde lijnen van vertrouwde vertrekkendie ik betrad in de overtuiging jou daar aan te treffen en toen ik jeniet ontwaarde achter de ramen … Lees verder

Gedicht 13

angel statue in white room

mijn hoofd draait rond in een puntenslijperde krullen vallen naast je voeten dieal even onverzettelijk zijn alsde rest van het standbeeld waar je in woont ik ken het wachtwoord niet maar ben gewendte wachten tot de bliksem je gletsjersopensplijt en het spraakwater bevrijdtdat zich in ijzige stromen over mijn toenadering uitstort de eerste keerdat we … Lees verder

Gedicht 12

we stromen als het water zonderoren zonder weten verzonkenzijn de misdaden en heiligenwe stromen als het water voorbij

Gedicht 11

green grasses on mound

een halsreiking meest broze kusop zachte koel van de wind wangze verstart en neemt terug watonze stemmen tot hoog in de lucht hadden opgeworpen ikbegeleid mijn verwarring metbedwongen schaamte en kleineverwensingen die over hun eigen ongeloofwaardigheidstruikelen om onder aan deduinen tot stilstand te komen ik kleed me aan met helmgras enkiezelstenen maar desondanksben ik naakter … Lees verder

Gedicht 10

zij woont in de zandbestoven torendie uit het waterwingebied verrijstomgeven door het uitbundige groenen bedeesde bruin van verre tuinen weet zij zich te kleden haar koperenhoofd duikt op en onder in het zonlichtzoals de zeldzame pels van een schuwglinsterdier soms onze wandeling kleurt vanaf mijn ruwe bankje kijk ik naarde visdiefjes en wacht op haar … Lees verder

Gedicht 9

buiteling maakt plaats voor ongenoegende warmte draait nu zelf en schudt zich losverstoten is hij blind verrast op padgetunneld naar ontsloten armpjes vast het ruisen van de moederzee is wegnieuwe klanken hoekig in zijn oor alsbootjes zonder water bungelend inde wind en dan het mes in hun verbond en uit de streng onzichtbaar de harpoenvoorbij … Lees verder

Gedicht 8

als de raven mijn hart omcirkelenzal ik aan je denken allerliefsteniets is wreder in dit leven dan deonbeantwoorde vraag die ons aanstaart uit bloemenkransen en zwarte boekenin de bekentenis aan mij ontloktgaan guerrilla’s en zuigelingen schuilnemen trage magistraten zitting als de raven mijn hart omcirkelenzal ik aan je denken allerliefstemet al het verlangen in mij … Lees verder

Gedicht 7

man standing beside tree logs facing body of water

ik vermijd het jutten of sprokkelengeen kruizen te timmeren van wrakhoutmijn liefdes worden niet uitgewrongenmijn jeugdgrond wordt niet kapotgegraven ik open mijn huid voor nieuwe wondendie zich in het oude bloed verdringengeen regen wordt verspild aan wat verschraaldis slaapvertrekken moeten leegwaaien rode monden en ruisende kousenworden afgelost door het strelen vanzwevende regels klaar om geplukt … Lees verder

Gedicht 6

zuster morfine is de enigedie nog op deze gangen zingen wilwij hebben toegekeken hoe de maanvan zijn schedeldak werd ontdaan en zijn daarna gaan slapen in het nagloeienvan onze zaklantaarns de zaal heeft zichgevuld met de flinterdunne tikjesvan tevreden reiswekkers en verder heeft de portier het uniform van zijnfavoriete verpleegster betast maarde doktoren zijn naar … Lees verder

Gedicht 4

green dragonfly perched on green leaf in close up photography during daytime

zou ik zo vrij mogen zijn mijn hart teluchten vroeg de bronzen kever aan depurperen waterjuffer die zonderophouden haar lange benen poetste maar natuurlijk sprak ze en vlijde zichneer in het fluwelen bekken van eenongebruikte waterlelie met degratie van een verdorven hofdame iedere keer dat ik hier voorbijkomzei de kever tracht ik indruk op ute … Lees verder

Gedicht 3

green plant in close up photography

we zijn mooi aangekleed jij en ikde midzomernacht heeft de huizenbinnenstebuiten gekeerd en wemaken onze opwachting als de gepantserde bloemen die we zijnlaat de anderen ontsluiten watwij bewaren ik beloof niets enmaak geen schulden wie ons opent vindt een kleine waarheid naast een spoor vankruimels een vrouw die zich als een vlamover de tafel laat … Lees verder

Gedicht 2

ik zit in de treinmaar ga nergens heenzwart-wit zorgt voor meik zorg nergens voor zo is het goedvoorlopigwant wat zal ik nog bedenkenonverhoeds

Gedicht 1

mijn liefde voor het landwordt door zijn bewonersnaar de kust gedrevende zee is vrij maar niet om te beminnen watvarensgezellen ookmogen beweren ikzal mijn genegenheid in valiezen latenverzegelen en dehaag van haat doorlopen de serpenten latentoebijten tijdens mijnabsentie en reizen