13 Het bevroren kind

Een donkere vrouw naderde.
Lola.
Ik nam haar mee naar mijn vaders graf. Ze hield mijn arm stevig vast, mijn spieren verstijfds onder haar greep. Ik toonde haar het lantaarntje, dat ik tussen de planten had gezet zodat het niet zou omwaaien.
“Ben je boos op hem?”, vroeg ze met haar mooie, zachte stem.
Mijn gevoelens voor haar verbaasden me. Ze hield haar lange, zwarte haren uit haar gezicht en zei: “Het is niet ongewoon boos te zijn op de doden.”
Daar, ineens,  hield ik van haar, betreurde ik mijn vaders lot en zag het allemaal wegvliegen, voorbij de tuimelvogeltjes naar een nooit meer te achterhalen bestemming.

...
Verder lezen?

Deze roman in wording, is alleen beschikbaar voor betalende leden. Klik op de button hieronder om lid te worden als je dat nog niet bent, of op 'inloggen' als je al wel lid bent.
inloggen

Uit: 

usercrossmenuchevron-down