Blz 27
deze man loopt moeilijk en is bang voor
de torenende horizon die zijn
nietigheid opslokt en weer uitspuwt als
een jojo maar hij praat over zijn werk
tegen jonge mannen in het luie
zand beschenen door een nevelzon en
vraagt een strandstoel omdat zijn handdoek nog
in de auto ligt maar verder vertoont
deze dag geen obstructie en lijkt het
alsof alles stroomt en goedkeuring door
de atmosfeer reist op weg naar dit strand
waar een man verderop is gaan zitten
in een geleende stoel die kraakt onder
het gewicht van verzwegen meningen