Ik was de bedding geweest van de rivier die ons bijeen had gebracht, zij het water zelf. Ze had geen keus in het eroderen van mijn aarde en steen. Haar kwetsuren waren duikboten geweest, onttrokken aan het zicht van de oorlog waarin wij woonden.
Het water was troebel, een vermenging van de deeltjes die het gevaar diffuus maakten. Dat moet het weerloze lot zijn waar Hollywood en de heilige geschriften hun volgelingen ronselen. We hebben geen idee waar we vandaan komen, hoe we elkaar openscheuren of wegslijpen. Het script is geschreven door vorige generaties met gemengde bedoelingen en talenten.