5 De aaseters van een stervende liefde
Ik zie Arlettes voorhoofdje nog voorbijgaan in het ziekenhuisbed, mijn hand die eroverheen streek. Haar verdriet. Mijn schoonmoeder keek naar ons tweeën en zei, nadat de deuren zich achter Arlette sloten: “Ik hoop iedere dag dat jullie weer bij elkaar komen”. Hoe pijnlijk ik het ook vind om met iemand anders om hetzelfde te huilen, dit keer was er geen ontkomen aan. We hielden elkaar kort vast, onhandig wankelend op de ziekenhuisgang die verder volkomen leeg was.
Het kindje, want dat is het na vijf maanden onweerlegbaar, was donker getint, had al haartjes, zo meen ik me te kunnen herinneren. Ik dwong mijzelf te kijken en ik hield het een paar seconden vol. Die volstonden voor de rest van mijn leven. En ik keek naar Arlette, zo bleek, zo mijn meisje. Er zijn tot op de dag van vandaag delen van haar die ik nog liefheb. Ze storen me niet. Ze bevestigen dat mijn liefde voor haar puur was. Dat het leven nooit goed wordt uitgelegd. Dat het volstrekt niet strookt met wat de volksmond erover uitkraamt.
...Deze roman in wording, is alleen beschikbaar voor betalende leden. Klik op de button hieronder om lid te worden als je dat nog niet bent, of op 'inloggen' als je al wel lid bent.