Gedicht 14
een stapvoetse regen begeleidde
onze wandeling door de bloeiende
duinen je beschreef de inrichting van
het nieuwe huis in de stad ver van hier
en ik probeerde me een voorstelling
te maken maar je stem tekende slechts
de lijnen van vertrouwde vertrekken
die ik betrad in de overtuiging
jou daar aan te treffen en toen ik je
niet ontwaarde achter de ramen of
op je bank sloot ik met een huivering
de luiken van mijn rug vestigde je
aandacht op de uitbundigheid van de
natuur en begroef gehaast mijn verdriet