het nieuwe licht

verholen toonaangevendde bliksemflitsdie ruggegraat wordtde vloed van woorden en tranenin afwachting wat een golvenwerpt de stroming opwitte trapezewerkersboven het schuimende spattendé water adelaars vleugel aan vleugel aan vleugelzingend zwaait de reus zijn knotseen beschimmelde oude man valtrazend van mijn glanzende rug mijn hand wijst de galgen omvertrommels brengen lijn in de bewegingeneen waaier van dansers … Lees verder

gevonnist

de inwoners zijn verzameldna het belegin hun zomerse kostuumsop de zeewering de vijand inspecteerteen stakerig insectgroot met genadeloze kakenassisteert snel improviserendzoals in de quiz op tvhouden ze hun armetierig pleidooide beul gebaart krakend verdwijnen de schedelseen voor een tussen de kakeneen officier schopt de lijkenonophoudelijk in het kruis Ik verschuif mijn haateet mijn dame blancheen … Lees verder

bewegingen

een slang hangtover de richelboven een kleine plas grote schepenop de magnifieke oceaanmalen door hier op het strandwaait de wind door het helmgrasklinken kinderstemmen een konijnbeweegt post-mortemonder de vliegen van een late zomer

duin

begraven in het duineen hand met gespreide vingersmond die zich vult met zand wandelaars gaan voorbijzo heb ik ook gelopen winterkoninkjekleine vogelverscholen achter dikke blaadjes te koudvoor minnaarshet zal stil worden

de hervormers

zomaar uit de brandingkwamen ze gefietstmet opgeheven hoofden en smalle lippenik ben nog niet klaarstamelde ik nog een keer proberenhun dunne jassen slierden langs me heen ze reden de pier afonze straten inonderscheid zouden ze niet maken

december

rijp op het landbomen als koralengewaaierd langs de weg eens zul je dood zijnaf en toe nogvalt je naam wangen en mondendie je kusteberoerde gerimpeldvergaanrijp op het land de lucht strak en zuivereen ijskoude zeeachter de winderige duinen

strandpaviljoen

het strandpaviljoenzat volverdronken mensen het heeft wel ietsverdronken zijnkil en definitief stille open ogenslierten haarnatte kleren aandoénlijkzoals ze zatentafels met ruitjeslakens toen ik je mond kusteleek het evenof je glimlachte de zon gaat onderhet wordt kouderik blijf zo lang mogelijk