het nieuwe licht
verholen toonaangevend
de bliksemflits
die ruggegraat wordt
de vloed van woorden en tranen
in afwachting
wat een golven
werpt de stroming op
witte trapezewerkers
boven het schuimende spattendé water
adelaars vleugel aan vleugel aan vleugel
zingend zwaait de reus zijn knots
een beschimmelde oude man valt
razend van mijn glanzende rug
mijn hand wijst de galgen omver
trommels brengen lijn in de bewegingen
een waaier van dansers betreedt het gras
en eindelijk schijnt de zon zijn blauwe licht