Gedicht 1
mijn liefde voor het land
wordt door zijn bewoners
naar de kust gedreven
de zee is vrij maar niet
om te beminnen wat
varensgezellen ook
mogen beweren ik
zal mijn genegenheid
in valiezen laten
verzegelen en de
haag van haat doorlopen
de serpenten laten
toebijten tijdens mijn
absentie en reizen